Fauna

Met de dierenwereld is het wat beter gesteld dan met de plantenwereld, maar ook hier is het vergeleken met bijvoorbeeld Venezuela maar behelpen. Uniek voor Curaçao is het Curaçaose hertje ofwel witstaarthert, dat alleen aan de westkust van het eiland voorkomt. De lokale bevolking noemt het dier “bina”. Sinds 1931 zijn ze wettelijk beschermd en het huidige aantal wordt op 400 geschat.
Op Curaçao komen verder zo’n zestien soorten hagedissen (o.a. zweepstaarthagedissen). Ook leguanen (yuana) komen veel voor. Geiten komen in groten getale voor en in mindere mate ezels. De geiten lopen veelal los rond en berokkenen grote schade aan de plantenwereld op Curaçao. De meeste vogels die op Curaçao voorkomen overwinteren alleen maar, of zijn op doortocht naar een broedplaats.
Prachtige vogels zijn de West-Indische parkieten (de gele prikichi is uniek voor Curaçao), rode en groene kolibries en het gele suikerdiefje. Ook de Caribische flamingo komt af en toe langs, vooral in het broedseizoen op zoek naar voedsel. De broedplaats van deze vogel is op Bonaire. Het Christoffelpark is een waar paradijs voor vogelspotters. De nationale geelborsttroepiaal komt hier veel voor.
In de zee rondom Curaçao komen prachtige koraalriffen voor (koraal bestaat uit levende organismen) en het aantal vissoorten is zeer gevarieerd. Enkele bijzondere vissen zijn de barracuda, een snoeksoort die een lengte van twee meter kan bereiken, en de murene, een aalsoort die ook twee meter lang kan worden. Ook haaien komen vrij veel voor. Het water is echter zo voedselrijk dat ze geen gevaar voor de mens opleveren.
Bron